Hendrik Rietstra gaat met pensioen
In dit artikel:
Hendrik Rietstra (1959), het meest herkenbare politiegezicht van de Bommelerwaard, stopt met werken en gaat met pensioen. Rein van Willigen sprak hem voor het boek Hallo Hier Bommel!; een ingekorte versie van dat gesprek stond 15 mei vorig jaar in de Bommelerwaardgids. Nu verschijnt het volledige interview, waarin Rietstra terugkijkt op bijna veertig jaar politiemensenwerk in en rond Zaltbommel.
Rietstra begon zijn loopbaan na de politieschool in Harlingen en stages in Lemmer; via posten in Nijmegen en de Achterhoek kwam hij in 1983 in Bommel terecht. In die periode werkte de Rijkspolitie met drie groepen binnen de regio; waar vroeger zo’n zestig mensen stonden ingeroosterd, is dat aantal inmiddels aanzienlijk gedaald. Lang woonde hij in Rossum (25 jaar), de laatste jaren in Zaltbommel, en zijn gezicht—met de bekende grijze baard—was jarenlang dagelijks zichtbaar in de wijk.
Hij noemt het politiewerk zinvol en plezierig vanwege het contact met mensen en collega’s. Tegelijk uit hij frustratie over de organisatie: vernieuwingen en veranderingen liggen hem minder. Nacht- of dienstroosters noemt hij onevenwichtig geworden; zelf draait hij geen nachtdiensten meer, deels door leeftijd en deels door de nieuwe cao-regelingen. Tegenwoordig werkt hij vooral als vervanger van wijkagenten en zet hij werkzaamheden uit, in plaats van fulltime wijkagent te zijn.
Persoonlijk vertelt Rietstra open over zijn achtergrond: opgroeien in Stiens (Friesland) in een ondernemersgezin, kortere studies in Groningen, en een grote reis door Canada, de Verenigde Staten en Mexico rond 1980. Die periode beschouwt hij als bijzonder: veel vrijheid, eenvoudig leven en veel herinneringen. Tegelijk brengt het gesprek ook verdriet naar boven; een schoolkameraad met wie hij veel trok overleed in 2000, iets waar hij nog geregeld aan denkt.
Het leven als lokale agent bracht ook risico’s. Rietstra heeft bedreigingen en gevaarlijke situaties meegemaakt; hij vertelt over keren dat zijn gezin thuis werd lastiggevallen en dat men twee keer probeerde hen aan te rijden toen hij met zijn jonge kind op de fiets zat. Zulke incidenten raken hem emotioneel, maar hij relativeert ze als een minderheid tegenover het gewone contact met bewoners. Dat bekende gezicht werkt twee kanten op: hij kent veel mensen persoonlijk, en zij hem.
Kleine, alledaagse geneugten dragen bij aan zijn welzijn. Fietsen over de dijk, natuurwaarnemingen zoals fazanten en reeën en sporten — hardlopen, zwemmen, wielrennen — vullen zijn vrije tijd en sociale leven. Hij waardeert het collegaschap en het teamgevoel binnen het korps: samen uit, samen thuis. Persoonlijk leven heeft ook zijn schaduwkanten; een scheiding noemt hij niet gelukkig, en het contact met zijn kinderen varieert.
Tijdens een rondleiding door het bureau aan de Steenweg laat hij eenvoudige, functionele werkruimtes zien: een bankje voor arrestanten, kantoren en een toilet; het dagelijkse beeld van politiewerk zoals hij het heeft gekend. Omroep Gelderland besteedde deze week aandacht aan zijn afscheid, inclusief een kort filmpje.
Rietstra vertrekt als een vertrouwd figuur met gemengde gevoelens: trots op zinvol werk en relaties in de gemeenschap, maar ook kritisch op de veranderende organisatie en bezorgd over de spanningen die het vak soms met zich meebrengt.